Hij bleef echter Oost-Indisch doof op zijn gelijk staan. Als argumenten niet helpen
dan ga je schreeuwen; ik heb hem met overslaande stem uitgescholden. Hij zal als
heer van stand wel gehuiverd hebben. Ik schreef naar provinciaal van Waesberge om
te vragen of ik niet onder zijn gezag zou kunnen werken. Met prior Beekman was voor
mij geen land te bezeilen. De zaak is toen geregeld, hoe en door wie weet ik niet,
maar ik mocht de auto gebruiken op kosten van het huis. Op het einde van zijn driejarige
termijn vertelde Beekman dat bij wegging. Dat was een pak van mijn hart. Anders had
ik Venlo moeten verlaten. Noodgedwongen. Bij zijn afscheidsrede, onder een diner
waar ik niet bij kon zijn vanwege lessen, vertelde hij dat ik een goede jongen was,
maar een slecht priester. Ik denk dat hij met die karakteristiek de communis opinio
van de gemeenschap van Mariaweide verwoordde. Ik vond die opmerking helemaal niet
erg. Ik kon er in de vreugde om zijn vertrek zelfs begrip voor opbrengen. Maar ik
kon niet anders dan de weg gaan die ik ging. Daarbij voelde ik me gezond en monter.
Ik werd gesteund door de jongeren, de collega's op school, de medebroeders in Utrecht
die in de Lorscheidbeweging bij elkaar schuilden. Ik zou mijn ziel verliezen als
ik niet handelde zoals ik deed. En wat baat het de mens de hele wereld te winnen
en zijn ziel te verliezen. Bezieling verloren, alles verloren. Beekman werd als prior
opgevolgd door Jos Oorsprong. In denken en doen waren wij heel verschillend. Maar
onder zijn prioraat kon ik leven en werken zonder conflicten. Nadat de eerste termijn
van zijn prioriaat was verlopen heb ik bij het beraad over zijn herverkiezing gezegd:
"Wij verschillen volkomen in opvatting over de kerk, het ambt, het religieuze leven,
maar hij is de geschikte prior." Om het verschil in denken en doen aan te geven:
hij was gast bij de priesterwijding en het priesterfeest van ene van Galen uit Venlo.
De eerste vrucht aan de priesterboom van Rolduc. Hij was een fanatieke volgeling
van Gijsen en is inmiddels door de bisschop al benoemd tot deken. Van Galen wel te
verstaan. Jos kon vanuit zijn vrome inborst dat allemaal van harte volgen. Maar in
mijn ogen koesterde hij zodoende een vrucht van de ongerechtigheid aan zijn borst.
Maar Jos Oorsprong was voor mij een goede prior. Dat zijn hart ver van mijn hart
verwijderd was liet hij blijken toen hij eens aan mijn bed kwam om mee te delen dat,
als ik ziek wou vieren, ik dat moest doen bij mijn zus of elders. Het klooster was
volgens hem niet bij machte om mij te verzorgen. Zoals dat in 1976 nog wel had gekund.
Toen had zuster Imelda van Bethanie mij verpleegd, terwijl ik moest genezen van een
zweertje aan de twaalfvingerige darm. Dat klinkt heel zorgwekkend, maar die tijd
van zes weken leeft in mijn herinnering als een zalige periode van rust en bezinning.
Door het vele werk kwam je daar in gezonde tijden niet aan toe. Ik was snel weer
beter en hoefde mijn heil niet buiten Mariaweide te zoeken. Jos Oorsprong werd benoemd
als pastoor in Utrecht en wij op Mariaweide moesten op zoek naar een opvolger. Dat
had zoveel voeten in de aarde, dat pater Meijers, de sub-prior, er tureluurs van
raakte. Door de provinciaal werd het bestuur van Mariaweide toen opgedragen aan een
viermanschap. Vier heemskinderen van Mariaweide; Nol Meijers, Fons Merk, Sef Roemer
en ik. Voor het eerst had ik iets te vertellen in het bestuur van Mariaweide. Ik
stelde voor Wim Nielen te kiezen. Die stond op het punt van Nijmegen naar Huissen
te vertrekken om daar syndicus te worden. Voor de keuze definitief werd kwam Wim
vertellen dat hij geen deel kon nemen aan het voorgaan in de eucharistie en de preken.
Omdat wij in Mariaweide vele diensten moesten verzorgen, zowel in de kloosterkerk
als bij de zusters in de regio, kwam dit over als een groot probleem. Bij nader inzien
kon dit geen onoverkomelijk bezwaar zijn. Wim kon als prior ook de administratie
en de financiën op zich nemen. Zo begon Wim aan zijn prioraat dat zes jaar zou duren.
In die periode kon ik gewoon mijn werk doen. Ik werd in de concilie van het huis
gekozen. Tijdens de jaren dat Wim Nielen prior was gebeurde er een incident dat ik
wil vermelden. Het kerkbezoek liep terug. Sef Roemer was naar Venlo gekomen om rector
van de kerk te worden. Hij was met veel ijver begonnen, maar zijn activiteiten liepen
snel terug. Hij liet de kerk op zijn beloop.